Ben jij een leuke moeder?
In mijn vorige blog vertelde ik je wat meer over mijn verloren identiteit.
Wat ik nu wil vertellen haakt daar deels op in. Naast dat ik een tijd niet wist wie ik was, dat ik zo zoekende was naar wat ik moest. Die drang naar toch willen werken, toch een inkomen willen creëren mezelf non-stop daarmee in te weg zitten.
Ook is er verdriet om wie ik niet meer ben afgezien van het wel of niet werknemer zijn.
De moeder die ik was. Die is er ook niet meer. Na het zoveelste rotweekend lag ik er gisteravond in bed over na te denken. Voordat we in Tilburg kwamen wonen, woonden we negen jaar in Groningen. Nu ben ik een Brabantse maar mijn man is de Grunninger.
17 jaar geleden besloten we het Brabantse land achter ons te laten en in Groningen een nieuwe start te maken. Dat was vlak nadat onze zoon was geboren, hij was denk ik acht maanden oud toen we naar de andere kant van het land vertrokken.
Ik vond het heerlijk om moeder te zijn, het ging me ook altijd van nature makkelijk af. Ik durf ook wel te zeggen dat ik een leuke moeder was, actief, creatief graag op pad. Met een kleuter en een baby liet ik me niet tegenhouden (zonder auto) om overal heen te gaan. Twee kids op de fiets, lopend met de kinderwagen, of met de bus. Ik was altijd op pad, geen oppas, nam ze altijd met me mee.
Talloze keren richting centrum gewandeld, dagelijks door de Oosterparkwijk, waar we in eerste instantie woonden. Eendjes voeren, kinderboerderij, speeltuin. Thuis spelen met lego, dingen bouwen en maken, knutselen. Alles vond ik heerlijk om te doen. Kinderfeestjes deed ik ook altijd thuis. Knettergek zullen de moeders destijds wel hebben gedacht! 8 kinderen in huis en dan knutselen of een speurtocht gaan doen. Maar ik vond het GEWELDIG!
Hoe anders is het nu al 6 jaar. We zijn nu acht jaar hier, Groningen hebben we 9 jaar gewoond in totaal. In de acht jaar hier is er zoveel veranderd, zijn mijn man en ik zo onwijs veel veranderd.
In Groningen heb ik zelfs nog een korte tijd als thuishulp gewerkt, dat was in het laatste jaar voordat we gingen verhuizen. Mijn jongste was toen net 2. Prachtig werk, ik mocht een aantal dagen per week bij een jong gezin met een pasgeboren baby gaan helpen. De moeder had tijdens de zwangerschap een hersenbloeding gekregen en was nog deels verlamd en had echt flink wat hulp nodig thuis en met de baby. Het was het mooiste wat ik ooit heb mogen doen voor iemand. Maar nu. Nu moet ik er niet aan denken iemand te moeten verzorgen buiten mijn eigen gezin om. Mijn gevoel daarin is zo anders. Ik kan het simpelweg niet opbrengen. Het staat me echt tegen.
Knutselen, spelletjes doen, kinderfeestjes, de deur uit voor wat leuks??? Serieus, ik kan het niet zien of horen. Hoe erg is dat. Hoe erg raak je de essentie kwijt van wie je ooit was door al je dagelijkse shit en ellende, door altijd stress, nooit rust, nooit kunnen ontsnappen.
Dat je vrienden kwijt raakt is niet gek, het doet wel pijn absoluut. Voor mij is uit het oog niet uit het hart, maar voor anderen soms wel. Sommige mensen hebben blijkbaar meer nodig en kunnen niet zien dat het voor een ander niet op te brengen is, niet uit onwil maar uit onmacht.
Hoe ook die domme depressie als een malle bezig blijft, mag ik daar ook nog eens tegenaan beuken met mijn laatste ieniemienie restje energie. Bah.
Dus daar lag ik gisteravond, hunkerend naar mijn baby’s van toen, naar mijn peuters, mijn kleuters, hoe fijn ik het vond in mijn huis in Groningen. Hoe dat allemaal gewoon goed bleek. Nu ben ik een omhulsel, een lege huls, je ziet me wel maar er zit niet veel meer in. Dat is verdrietig en zwaar, dat is alles wat ik niet ben maar voor nu is het wat ik moet zijn.
Ik maak kleine stapje, piepklein, de schildersezel, het atelier wat ik mag gebruiken. Het gebruik maken van de zorgoppas ook al voelt dat niet fijn. Maar je moet iets, we moeten ook als stel, als man en vrouw soms heel even een beetje samen zijn.
Eergisteren, zaterdag, waren de kinderen allebei boven, en samen zaten we op de bank. Mijn man keek tennis, ik zat tegen hem aan, we hielden onze handen vast, ik kuste hem in zijn nek en sloot mijn ogen. Dit moment wilde ik even opzuigen en hij ook, dat weet ik. Er was nu niemand in de buurt die ons kon aanvliegen omdat we elkaar liefdevol wilde aanraken. Gewoon eventjes, 10 minuten zaten we zo samen. Alsof al het andere er niet was.